- Tussen droom en werkelijkheid liggen wetten en praktische bezwaren.
- De 25-jarige jurist Remco Vrinzen heeft uitgezocht hoe realistisch de droom van een onafhankelijk of autonoom Limburg is.
- Juridisch zijn Limburgers een volk, zegt Vrinzen in een interview met vakblad Binnenlands Bestuur. Dat geeft hen recht op zelfbeschikking.
Limburg onafhankelijk of als autonome regio binnen Nederland. Kan dat? Op die vraag studeerde de 25-jarige Limburger Remco Vrinzen cum laude af aan de Universiteit van Nijmegen. En hij schreef er een boek over: ‘Daar is mijn vaderland…’
Vrinzen merkte aan de tijdsgeest dat regio’s zich steeds zelfbewuster gaan gedragen, vertelt hij in een interview met vakblad Binnenlands Bestuur. Daarmee doelt hij op separatistische bewegingen in Catalonië en Schotland, maar ook in eigen land.
Zo bleek uit een enquête van de Limburgse omroep L1 dat 56 procent van de Limburgers een afscheiding van Nederland wel ziet zitten. En in een enquête uitgevoerd door een regionaal dagblad in Belgisch Limburg, zag 40 procent van de 5.200 Belgische respondenten wel iets in één groot onafhankelijk Limburg.
De niet-representatieve onderzoeken duiden volgens Vrinzen op de aanwezigheid van een Limburgse identiteit en het sentiment dat Limburgers niet hetzelfde zijn als Hollanders. Niet voor niets wordt de Limburgse taal in zijn provincie gestimuleerd.
Zo begon het in de Spaanse autonome regio Catalonië ook, zegt Vrinzen, met de taal. En dus onderzocht hij of de taal in Limburg een vervolgstap naar meer autonomie kan betekenen. Die vraag is niet makkelijk te beantwoorden, aangezien er verschillende vormen en gradaties van autonomie zijn.
Een afscheiding van Nederland? Dat wordt lastig volgens Vrinzen, omdat er dan fundamentele mensenrechtenschendingen moeten plaatsvinden. "Nu kun je daar best over twisten als het over de 19e eeuw gaat, maar in de 21ste eeuw komt dat niet voor", zegt hij tegen Binnenlands Bestuur.
Wel stelt Vrinzen dat Limburgers aan de juridische vereisten voldoen om aangemerkt te worden als volk. Er is sprake van een gemeenschappelijke taal, geschiedenis en religie. Daarbij voelen Limburgers zich volgens hem nadrukkelijk één collectief.